Algemeen

In deze tijden van kunstgras, wingers van 2 meter +, verplichte rugnummers  en spelers die op zaterdag niet meer mogen stappen van de coach verlangen veel spelers terug naar de goede oude tijd. Naar de tijd dat 1e rijers geen break van 40 meter hoefden te maken, line-outs bestonden uit 2 rijen zwaaiende ellebogen en er geen wissels waren. Koude douches, knollenvelden, houten keten met vermolmde planken als clubhuis en derde helften tot ’s ochtends vroeg met de meest vunzige liederen.

Om die tijden te herleven verenigen deze liefhebbers van het ovalen monster zich in Oude Meesters gildes met illustere namen als Gouda’s Glorie, Old Rebellions en Evergreens en zoeken ze hun voormalige opponenten een paar keer per jaar op om geheel vrijwillig de getergde lichamen in te strakke shirts te hijsen en onder invloed van Ibuprofen, Tijgerbalsem en  een warming-up biertje tegen beter weten de  strijd aan te binden.

Maar niet alleen bloemkooloren, ontwrichte schouders en voortandeloze grijnzen trekken op vrijdag- of zaterdagavond ten strijde, ze krijgen gezelschap van ouders van jeugdspelers, besmet met het rugbyvirus door hun kinderen of  andere ’40 year old virgins’ die zich vervloeken dat ze niet 30 jaar eerder het genot van met zweet doordrenkte scrums, corrigerende tikjes in de rucks en levenslange kameraadschap ,aan de bar van elkaar 30 minuten daarvoor nog blauwe ogen slaande krijgers, ontdekten .

Wij zijn de hoeders van de 3e helft, waar bij copieuze, gezamenlijke maaltijden het gerstenat rijkelijk vloeit en de verhalen van weleer elke keer mooier worden. Wij zijn de beschermheiligen van de tradities die door social media, moderne preutsheid en de fitness cultuur dreigen te verdwijnen. Wij  zijn rugby.

Op Oude Meesters en Nieuwe Vrienden, Proost!